How things are made: de Ahrend WELL Collection

Kun je comfortabel zitten en een prachtig design combineren? Zeker weten, dacht designer Kees de Boer. Met de splinternieuwe WELL Collection bracht hij zijn idee van de universele vergaderstoel tot leven. Na jaren passen, meten en schaven vertelt hij hoe dat proces verliep én wat het geheim van zo’n goed zittende stoel is.

Aan de tekentafel

Op de ontwikkelafdeling van het Ahrend Development Centre in Amsterdam werken de productontwikkelaars in stilte aan de ideale vergaderstoel. Kees bladert ondertussen door de mappen op zijn computer, op zoek naar de eerste schetsen van de WELL. ‘Kijk, die komen al uit 2012,’ laat hij zien. ‘Maar het officiële startschot was in 2014.’ De designer ontwerpt bezoekers- en vergaderstoelen meestal op basis van een bestaande bureaustoel, zodat ze mooi gecombineerd kunnen worden in projecten. Dat gold niet voor de WELL Collection. ‘We wilden een op zichzelf staande universele vergaderstoel creëren, die breed in te zetten is. En natuurlijk heel lekker zit.’

In het begin van het proces vlogen de tekenboekjes er doorheen. ‘Als mijn kinderen op vrijdagavond naar reddingszwemmen gingen, kraste ik aan de rand van het zwembad zo twee pagina’s vol met nieuwe ideeën.’ En vergeet de 3D CAD schetsen op A3-formaat niet. ‘Daar puilt de kast ook mee uit,’ lacht Kees.

‘Na alle schetsen komt wat mij betreft het allerbelangrijkste gedeelte: de vorm van de zitting en de rugleuning bepalen. In dit geval een zitting en rugleuning aan elkaar: een zitkuip. Dat wil ik écht goed voor elkaar hebben,’ vertelt Kees. ‘Met een vormblok testen we hoe de stoel zit. En met we bedoel ik echt iedereen.’ Want groot of klein, breed of smal: iedereen moet lekker kunnen zitten op de WELL Collection. Met zijn 1.90 meter is Kees de perfecte ambassadeur voor lange mensen. ‘Gelukkig lopen hier genoeg andere mensen rond die graag proefzitten. Ik vraag mijn vrouw ook weleens, zij is een stuk kleiner.’ Een stoel met een relatief korte zitting bleek uiteindelijk het meest comfortabel voor iedereen.

Met speciale meetinstrumenten checkt Kees of de drukpunten goed verdeeld zijn, zodat het zitcomfort optimaal is. ‘Het perfectioneren is een kwestie van heel veel schaven. Echt millimeterwerk.’ En die holte in de zitting? Die zorgt ervoor dat je met welke lichaamsbouw dan ook comfortabel kunt zitten, legt Kees uit. ‘We vinden onszelf erg uniek, maar onze zitbotjes staan bij iedereen ongeveer even ver uit elkaar. De holte ondersteunt je heupen, terwijl je gewicht over de rest van de zitting verdeeld wordt.

Die andere interessante curve in de rugleuning heeft twee doelen. Kees: ‘Je voorkomt pijn aan je rug, doordat er niet teveel druk op één punt ontstaat. Daarnaast creëert de curve vrijheid voor je billen: je kunt zo goed naar achteren schuiven.’ De curves lopen sierlijk weg, waardoor de stoel strak en geometrisch wordt. ‘Terwijl de zitvorm juist organisch is,’ laat Kees met een doorsnede in het 3D CAD systeem zien. ‘Daardoor zit ‘ie zo goed.’

It takes a village to perfect a chair

‘Een bezoekers- en vergaderstoel moet perfect zitten. Een bureaustoel is instelbaar en daardoor makkelijk naar je eigen voorkeuren aan te passen, maar deze stoel moest een standaardvorm hebben die zoveel mogelijk mensen bevalt.’ Naast de proefzitters komt er feedback op het prototype vanuit verschillende partijen. ‘We bespreken het met het marketingteam, productontwikkelaars, accountmanagers en de studio. Iedereen heeft zijn eigen feedback: accountmanagers denken bijvoorbeeld meer vanuit de behoefte van de klant, terwijl de studio kijkt of een stoel er ook mooi uitziet als deze onder een tafel is geschoven.’ Ondertussen weten Kees en zijn collega’s ook wat wel en niet werkt. ‘We krijgen natuurlijk continu feedback vanuit de markt. Anti-kanteldoppen onder een slede frame stoel? In principe slim, maar ze blijven haken als de stoel op tapijt staat. Daar moet je dus wat anders op bedenken.’

‘Het grootste obstakel was dat de stoel klein en licht moest zijn – letterlijk én figuurlijk. Als een stoel te lomp en te zwaar is, verplaats je hem niet makkelijk.’ Tegelijkertijd moest het een stoel zijn waar iedereen comfortabel op kan zitten, hoe groot of klein je ook bent. ‘Uiteindelijk is het na veel passen, meten, schaven en opnieuw testen tóch gelukt.’

Sit WELL, Feel WELL, Look WELL

Met 8 onderstellen, 10 kunststofkleuren en 4 manieren van stofferen kun je de WELL eindeloos combineren. ‘Het model met het draadframe is mijn favoriet,’ zegt Kees vastbesloten. ‘Doordat de belijning prachtig doorloopt in het frame blijft de stoel heel rustig.’ Maar als zijn ogen over de schetsen aan de muur naast zijn bureau glijden, blijkt het toch niet zijn enige lieveling. ‘De 5-star base is ook heel mooi. Normaal wordt zo’n stoel een beetje rommelig, maar omdat de armleggers netjes meelopen met de vorm van de leuning, is het een rustig product gebleven.’ Ook het klassieke sledeframe hoort tot de toppers. ‘Vooral in landen met een voorliefde voor traditioneel meubilair zal deze het goed doen. In Nederland zijn we toch meer van het Scandinavisch design: clean en natuurlijk. Daar past een wood base dan weer beter bij.’ Kortom, door de vele mogelijke combinaties is er altijd een WELL die bij de huidige interieur trends past.